Toonladders

 

Als je trombone gaat spelen dan kom je ze zeker tegen. Toonladders. Er bestaan er ontiegelijk veel. Mineur, majeur die je vervolgens aeolisch, Harmonisch en Melodisch kunt spelen. Hier heb ik een voorbeeld.

Deze Toonladder heet de c toonladder. Dit is voor de trombone een stamtoonladder. omdat hij helemaal geen kruizen of mollen bezit.

1 2 3 4 5 6 7 8 

C D E F G A B C

 

Deze toonladder heet de C mineur. Dit is een mineur en dat betekent dat er iets veranderd. Namelijk, ga eens drie tonen omhoog. Dan kom je op de E uit. De toonladder van E heeft drie mollen. Dus heeft het C mineur ook drie mollen. Maar als een majeur speelt is het andersom. Dan moet je drie keer omlaag tellen. En dan zou je op een A uitkomen. De A toonladder heeft in plaats van drie mollen drie kruizen.

 

1 2 3 4 5 6 7 8

C D Es F G As Bes C

 

Nu maken we het c mineur harmonisch. Je ziet dat er van de Bes een B word gemaakt. Dat is de zevende noot van de toonladder. Dus als je een mineur toonladder harmonisch zou gaan spelen, dan zou je de zevende toon een halve toonafstand moeten verhogen.

 

1 2 3 4 5 6 7 8

C D Es F G As B C

 

Nu maken we inplaats van C mineur harmonisch de C mineur melodisch. Als je dat doet moet je niet alleen de zevende toon van een toonladder moeten verhogen. Maar ook de zesde toon. Als je de toonladder weer omlaag speelt dan moet je gewoon de oorspronkelijke C mineur spelen.

 

1 2 3 4 5 6 7 8

C D Es F G A B C